Logo CiR

10 april 2025

Kan ik iets voor je doen? – Wat wél helpt als naaste bij chronische pijn

Je ziet je partner, familielid of vriend worstelen met aanhoudende pijn. Misschien al maanden, misschien al jaren. De ene dag lijkt het redelijk te gaan, de volgende dag is er ineens niets meer mogelijk. Je wilt helpen – natuurlijk. Maar hoe? Wat je ook doet of zegt, het lijkt nooit precies goed te zijn.

Toch kun je écht verschil maken. Niet door de pijn weg te nemen, maar door hoe je aanwezig bent. Niet perfect, wel betrokken. In dit artikel lees je hoe jouw rol als naaste steunend kan zijn – en wat juist averechts werkt, hoe goed bedoeld ook.

Drie soorten helpers

Als je iemand met chronische pijn wilt ondersteunen, heb je als naaste eigenlijk drie ‘rollen’ die je kunt aannemen. In de praktijk wisselen we allemaal weleens tussen deze rollen – en dat is heel normaal. Maar de ene rol is op de lange termijn helpender dan de andere.

  1. De verzorger

"Kom maar, ik doe het wel voor je."
De verzorger is zorgzaam, meelevend en goedbedoeld beschermend. Deze helper neemt veel over en probeert het de ander zo makkelijk mogelijk te maken. Soms té makkelijk.
Risico: de ander verliest het gevoel van eigen regie en kan zich steeds afhankelijker gaan voelen.

  1. De aanpakker

"Kom op, je kunt dit best – even doorzetten!"
De aanpakker wil de ander motiveren, liefst met een duwtje in de rug. Niet bij de pakken neerzitten! Soms werkt dat. Maar vaak is het te veel, te snel.
Risico: er ontstaat druk om te ‘presteren’, wat schuldgevoel en overbelasting kan geven bij degene met pijn.

  1. De reisgenoot

"Ik loop naast je. Jij bepaalt het tempo."
De reisgenoot is aanwezig, zonder het over te nemen of op te dringen. Deze helper stelt vragen in plaats van antwoorden te geven. Luistert écht. En laat ruimte voor verdriet, frustratie én hoop.
Voordeel: degene met pijn behoudt regie en voelt zich gezien, erkend én gesteund.

Het zal je niet verbazen dat we bij CIR vooral hopen dat naasten de rol van reisgenoot willen innemen. Niet omdat dat altijd makkelijk is, maar omdat het op de lange termijn het meest helpend is voor beide kanten.

Wat helpt écht?

Als naaste hoef je de pijn niet op te lossen. Maar je kunt wél bijdragen aan een klimaat van veiligheid, ruimte en respect. Hieronder een aantal manieren waarop je dat doet.

  1. Luisteren zonder oordeel
    Soms wil iemand even stoom afblazen, iets delen of zich gewoon gehoord voelen. Zonder meteen advies. Zonder relativering.

✔ Zeg: “Ik hoor dat het zwaar is vandaag.”
✘ Niet: “Je moet proberen positief te blijven.”

  1. Vraag wat iemand nodig heeft – en accepteer het antwoord
    Stel open vragen zoals: “Kan ik iets voor je doen vandaag?” of “Wat zou vandaag iets fijner maken?”. En als het antwoord ‘niks’ is: respecteer dat ook.
  1. Geef ruimte voor emoties
    Sombere buien, frustratie of tranen horen erbij. Pijn verandert je leven, en dat roept van alles op.

✔ Zeg: “Je mag je best rot voelen.
✘ Niet: “Anderen hebben het erger.

  1. Wees niet bang voor ‘niets doen’
    Samen stil zijn, een serie kijken, in de zon zitten – ook dát is steun. Je hoeft geen actieheld te zijn om helpend te zijn.

  2. Stimuleer zonder te pushen
    Moedig beweging aan, kleine stapjes, maar zonder druk. Wissel af tussen actief zijn en rustmomenten. Vraag: “Zullen we samen een klein rondje lopen?” in plaats van “Je moet echt weer wat gaan doen.

  3. Geef complimenten over gedrag of moed
    In plaats van “Je ziet er goed uit,” zeg “Wat knap dat je dit hebt geprobeerd vandaag.” of “Ik waardeer het hoe je hiermee omgaat.”
  1. Zorg ook voor jezelf
    Een helpende naaste zijn vraagt energie. Je mag grenzen aangeven, je eigen behoeften benoemen en hulp vragen aan anderen. Zeker als je mantelzorger bent, is het belangrijk om óók goed voor jezelf te zorgen. Denk aan je eigen rust, gezondheid en steunnetwerk. “Vandaag lukt het me even niet, ik neem even een momentje voor mezelf.”
    Dat is geen egoïsme. Dat is duurzaam betrokken zijn.

Wat kun je beter níet doen?

Uiteraard bedoel je het goed – maar sommige reacties kunnen averechts werken. Vermijd bijvoorbeeld:

  • Alles willen oplossen (“Je moet eens naar die specialist…”)
  • Druk zetten (“Kom op, het gaat toch al beter?”)
  • Jouw visie opdringen (“Je moet gewoon leren loslaten”)
  • Vergelijken (“Mijn buurvrouw heeft dat ook, die werkt gewoon weer”)
  • Steeds vragen hoe het met de pijn is (“Hoeveel pijn heb je nu?”)

En belangrijk: ga jezelf niet volledig wegcijferen. Dat helpt niemand.

Je hoeft het niet perfect te doen

Er bestaat geen stappenplan voor de ideale naaste (of mantelzorger). Iedereen maakt weleens een fout of zegt iets onhandigs. Dat hoort erbij. Wat het verschil maakt, is je intentie: wil je er echt zijn, durf je te leren, ben je bereid je aan te passen? Dan ben je al ontzettend waardevol.

Het mooie is: je hoeft het niet allemaal te weten of op te lossen. Alleen al je aanwezigheid, je luisterend oor, je zachte hand op iemands schouder… kan voor iemand met chronische pijn een wereld van verschil maken.

Wil je meer weten over hoe je als partner, vriend of collega steun kunt bieden bij chronische pijn? Lees ook de andere artikelen in deze reeks of lees de folder op cir.nl/voor-naasten

Gerelateerde nieuwsberichten

Aan de slag met jouw chronische pijn?

Om een behandeling te starten, heb je een verwijzing van je huisarts, medisch specialist of bedrijfsarts nodig. Wij helpen je graag op weg.